Winkelwagen
Filters
Favorieten

Je hebt nog geen favorieten toegevoegd.

VIStip: 25 tips voor de start van het roofvisseizoen

VIStip: 25 tips voor de start van het roofvisseizoen

Het nieuwe roofvisseizoen staat voor de deur. Om op Nationale Hengeldag (de laatste zaterdag van mei) uit de startblokken te kunnen schieten sprak Hét VISblad in de juni-editie met verschillende roofvisspecialisten. Wij geven je voor het vissen op snoek, baars, snoekbaars, roofblei en meerval 5 tips per discipline. Doe er je voordeel mee bij de opening van het seizoen 2023-2024!


Snoek - Calvin Clerc


1. Varieer in kunstaas: Neem een divers assortiment kunstaas mee tijdens het vissen op snoek. Door te variëren houd je de visserij interessant en vergroot je je kansen om wispelturige vis over de streep te trekken.

2. Verken verschillende visstekken: Probeer elk jaar bij de start van het nieuwe seizoen iets anders qua stekkeuze. Gebruik tools zoals Google Maps om geschikt water te vinden. Let vooral op de aanwezigheid van waterplanten, omdat deze vaak aantrekkelijke plekken zijn voor snoek.

3. Gebruik diverse typen kunstaas: Maak gebruik van verschillende typen kunstaas om snoek te vangen. Weightless soft plastics, chatterbaits, oppervlaktepluggen en streamers zijn allemaal effectief. Vis hoog door het water en over de waterplanten heen, waar de snoek vaak in een hinderlaag ligt te wachten.

4. Pas je hengelset aan: Kies voor een kortere hengel (ongeveer 185 cm) bij het vissen op snoek in stedelijke gebieden. Een kortere hengel is praktisch in beperkte ruimtes en maakt nauwkeurig werpen naar de beoogde stek mogelijk. Gebruik een compacte molen met gevlochten lijn en een fluorocarbon onderlijn.

5. Let op de watertemperatuur: Houd de watertemperatuur nauwlettend in de gaten. Hoewel eind mei over het algemeen geschikt is om op snoek te vissen, kan de temperatuur snel stijgen. Zodra de watertemperatuur 20°C bereikt, is het beter om de snoek met rust te laten. Op dat moment kan het zuurstofgehalte in het water laag zijn, waardoor de vis mogelijk niet goed herstelt na een dril.

Baars - Ensar Vurel

1. Volg de verplaatsing van de baars: In verschillende seizoenen kan de baars zich verplaatsen naar verschillende gebieden. Volg hun migratiepatronen en pas je visserijtechnieken aan op basis van hun locatie. Bijvoorbeeld, in het voorjaar en de zomer verschuift de focus naar de rivier waar de grote baarzen na de paaitijd weer naartoe trekken.


2. Verken verschillende stekken: Verken diverse stekken zoals pontjes, bruggen, kribben en ingangen van zijplassen. Baars kan actief zijn en zich weinig honkvast gedragen, dus het is belangrijk om verschillende plekken te proberen om ze te vinden.

3. Wees actief en verkas regelmatig: Baars kan verspreid zijn en niet in grote groepen aanwezig zijn. Blijf niet te lang op één stek hangen, zelfs als je vis vangt. Verkas regelmatig om actieve vissen te vinden. Doorgaans blijft de visser ongeveer een kwartiertje hangen op een stek.

4. Vis diverse waterlagen af: Baars houdt zich niet alleen rondom de bodem op. Verken verschillende waterlagen om de kans op succes te vergroten. Gebruik een mix van verschillende soorten kunstaas, zoals topwaters en jigkoppen met soft plastics, om verschillende waterlagen te kunnen bevissen.

5. Experimenteer met verschillende soorten kunstaas: Baars kan kieskeurig zijn als het gaat om kunstaas. Als een bepaald type kunstaas niet werkt, probeer dan andere opties om te achterhalen wat op dat moment in de smaak valt. Variatie in kunstaas, zoals ratelpluggen, twitchbaits, chatterbaits en jig spinners, kan helpen om de baars te verleiden. Kies kunstaas dat goed werpt, zich staande houdt in de stroming, veel vibraties produceert en weinig vuil oppikt.

Roofblei - Ruben van Wijk


1. Zoek naar stekken met sterke stroming: De eerste drie weken na de opening van het seizoen zijn vooral de plekken met sterke stroming, zoals waterinlaten of vernauwingen, de moeite waard om te bevissen.

2. Verander je visstrategie naarmate het seizoen vordert: In plaats van op dezelfde manier door te vissen, kan het lonen om vanaf half juni de rust op te zoeken bij kribvakken in de rivier en ondiepe oeverzones van rivierplassen.

3. Gebruik topwater kunstaas: Het favoriete type kunstaas van Ruben is de topwater, vooral oppervlaktepluggen met een zigzaggende "walk the dog" actie. Pas de grootte van het kunstaas aan op basis van de grootte van het speldaas.

4. Varieer in snelheid en diepte van het kunstaas: Als de actie uitblijft, varieer dan in snelheid en probeer kunstaas dat dieper loopt. Ruben schakelt bijvoorbeeld over op een plugje dat een halve meter diep loopt of een klein shadje met een gekke actie.

5. Gebruik een lichte hengel en passende uitrusting: Voor het vissen op roofblei kun je een relatief korte en lichte hengel (2.10 meter, werpvermogen tot 15 gram) gebruiken. Combineer dit met een 2500 formaat werpmolen, 10/00 gevlochten hoofdlijn en een 25/00 fluorocarbon voorslag van één tot anderhalve meter.

Meerval - Mark Bentum


1. Zoek ondiepe zones in het water: Meervallen verlaten de diepe plekken waar ze overwinteren en trekken naar ondiepe gebieden om te jagen. Zelfs plekken met minder dan een meter water kunnen grote meervallen aantrekken, vooral in de schemering en het donker.

2. Presenteer het aas hoog in het water: De sonar van de meerval staat naar boven gericht, dus het is belangrijk om je aas, zoals een tros wormen, hoog in het water aan te bieden. Gebruik bijvoorbeeld een onderwaterdobber om het aas ongeveer 2 tot 2,5 meter boven de bodem te positioneren.

3. Wees voorzichtig bij het detecteren van aanbeten: Meervallen kunnen soms voorzichtig zijn bij het oppakken van het aas. Het kan enige tijd duren voordat een aanbeet doorzet. Vergelijk het met baarzen die aan een worm plukken. Zorg ervoor dat de meerval de lijn niet detecteert tijdens het inspecteren van het aas.

4. Gebruik een stabiele presentatie met een onderwaterdobber: Span de lijn af zodat er zo min mogelijk lijn in het water ligt. Gebruik een steen als ankerpunt op de bodem en verbind deze met de onderlijnmontage met behulp van een nylon breeklijn. De afstand tussen de dobber en de haken moet ongeveer 15 tot 20 cm zijn.

5. Monteer de wormen op haken: Gebruik een dregmaat 2/0 of 3/0 met daarop één, twee of drie wormen overdwars. Als de meerval aan de wormen plukt, zal hij zichzelf op de enkele haak prikken.

Snoekbaars - Jesse Bakker


1. Zoek ondiepe stekken met harde bodems: Richt je op water van één tot twee meter diep met een harde bodem en een talud naar dieper water in de buurt. Oeverzones, bruggen en mondingen van havens kunnen goede plekken zijn om snoekbaars te vinden.

2. Vermijd diepere vaargeulen: In deze periode kun je vaargeulen, waar het ongeveer 3,5 meter diep is, beter vermijden. De focus ligt op ondiepere gebieden waar snoekbaars actief is.

3. Wees snel en actief: Als je na zeven worpen geen aanbeet hebt gehad op een bepaalde stek, verplaats je dan naar een andere locatie. De snoekbaars is nu bijtgraag en als ze aanwezig zijn, zul je doorgaans snel succes hebben.

4. Gebruik jigkoppen van 5 tot 10 gram: Experimenteer met het gewicht van de jigkop, afhankelijk van de diepte en stroming. Zoek naar het juiste zweefmoment dat een mooie glijvlucht produceert.

5. Kies voor natuurlijke kleuren kunstaas: Gebruik shadjes of kreeftjes in natuurlijke tinten zoals bruin, motor oil, oranje-zwart, of helemaal zwart voor een sterk contrast in troebel water. Jesse geeft de voorkeur aan natuurlijke kleuren die lijken op prooivissen zoals grondel of baars.

Divide

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons cookiebeleid.