Winkelwagen
Filters
Favorieten

Je hebt nog geen favorieten toegevoegd.

VIStip: op winde met de drijvende broodkorst (video)

VIStip: op winde met de drijvende broodkorst (video)

Als roofvisser heb je tal van manieren om de gesloten tijd door te komen. Maar de leukste is natuurlijk vissend. Aan de Waal bij Tiel demonstreerde Brian Aarsman in Hét VISblad zijn favoriete alternatieve visserij: met de spinhengel en drijvende broodkorst vissen op winde. Hier vertellen wij jou een paar tips.

Met een water- en luchttemperatuur van beide krap 6 graden, zou je wellicht niet direct aan oppervlaktevissen denken. Toch is dat wat deze koude, maar windstille zaterdag 6 maart op het programma staat met Brian Aarsman. “Een paar dagen geleden nam ik de proef al even op de som. Toen had ik binnen no time een stuk of tien windes aan het happen en ving ik er drie”, zegt de kersverse inwoner van Tiel.


Tip van een collega

Brian en zijn vriendin woonden jarenlang in Utrecht, maar verhuisden onlangs naar Tiel. “Hier heb je veel meer huis en tuin voor je geld dan in de Randstad, laat staan in hartje Utrecht. En met de Waaloever op loopafstand, zag ik ook op visgebied genoeg nieuwe uitdagingen”, verklaart Brian de move. Dat begon afgelopen maanden met roofvissen vanaf de kribben. Maar de gouden tip voor de gesloten tijd kwam van collega Michiel. ‘Strooi tijdens het snoekbaarzen maar eens wat broodkorsten langs de krib, en kijk goed wat er dan gebeurt’. Zo gezegd, zo gedaan.

Met de spinhengel

Het mooie aan deze visserij is dat je er als roofvisser geen speciale hengel voor hoeft aan te schaffen. “Ik gebruik gewoon een lichte spinhengel van 2.40 of 2.70 meter met een 3000-formaat molen. Daar zit 10/00 gevlochten hoofdlijn op: die drijft en is perfect voor het korstvissen.” Ook Brian’s roofvisnet (met lange steel) en onthaakmatje lijken haast op maat gemaakt voor het betere slag winde. “Het enige verschil met de kunstaasvisserij is de 1 meter lange 20/00 nylon leader, het karperhaakje en de halfjes casino wit in mijn rugzak”, knipoogt de geboren Mijdrechter.

Natte korsten

“Genoeg materiaalpraat. Ik zal alvast wat broodkorsten voeren”, klinkt het terwijl Brian twee sneetjes witbrood in stukken scheurt. Zo halverwege de lange krib waarop we staan, sluipt hij over de basaltkeien naar de waterlijn. “Ik dompel de korsten eerst even onder water. Dan worden ze wat zwaarder en kun je er verder mee gooien.” Et voilà, een stuk of vijftien broodkorsten vliegen door de lucht om daarna hun weg te vervolgen in de stroming langs de krib. Belangrijke kanttekening: Brian voert aan de stroomopwaartse kant van de krib.

Keerstroom

“De keerstroom loopt daar richting het strandje, dus het kribvak ín. Zo blijven de korsten een beetje langs de krib heen en weer drijven en stromen ze niet de hoofdstroom in en weg. Dat is wat er vaak gebeurt aan de stroomafwaartse kant, dus daar bouw je geen voerplek op. Ja, hooguit voor de vogels.”

Ondertussen cirkelt er op enige afstand al een stel meeuwen boven ons. “Daarom loop ik op de krib als het ware met de drijvende korsten mee. Enerzijds om als ik een azende vis zie snel in te kunnen gooien – let daarbij wel goed op dat je eigen schaduw de vissen niet afschrikt. Anderzijds ook om de meeuwen op afstand te houden. Die hebben het zó in de gaten als er brood in het water drijft.”

VIStip: op winde met de drijvende broodkorst

Vertrouwen winnen

Als we plots een smakkend geluid horen en een duidelijke kring zien tussen de voerkorsten, blijkt dat ook de windes het brood al in de smiezen hebben. “Kijk, daar wordt er weer een gepakt. En daar nu ook”, klinkt het enthousiast. Er zijn nu sowieso al meerdere vissen aan het azen. “Zo snel kan het gaan. Maar ik wacht toch nog even met ingooien”, zegt Brian.

“Laat ze eerst maar een beetje vertrouwen winnen. Dat gehap trekt vast de aandacht van nog meer windes, die wellicht ook een kijkje komen nemen.” Ondertussen heeft hij zijn chod-model harperhaakje maat 8 voorzien van een klein, dubbelgevouwen korstje. “Ik gooi nog even een hand nieuwe voerkorsten. Dan moeten we daarna maar eens gaan kijken of we er een kunnen vangen.”

Stealth modus

Al na enkele minuten verdwijnen de nieuwe voerkorsten één voor één van het wateroppervlak. Voor ons drijft slechts nog een drietal left over korstjes, op hooguit 40 cm van de stenen onderaan de krib. Dankzij onze Polaroids zien we een dikke winde prachtig vanuit het diepe aankomen en twee van de drie korsten pakken. Op het moment dat de vis omdraait en weer naar beneden verdwijnt, kruipt Brian in stealth modus de krib af. Snel werpt hij zijn haak met korst op een meter of twee achter de plek waar het aas werd gepakt, om direct daarna de houding van een reiger aan te nemen. Zijn hengeltop houdt hij iets schuin omhoog gericht. “Zodat mijn lijn niet in die kort gesnoeide bramenstruikjes vast komt te zitten.”

Onthaaktang

Brian’s beaasde haak drijft hooguit 15 seconden over het wateroppervlak, als vermoedelijk dezelfde winde eropaf komt. Hap, slik, weg, seconde wachten, hangen! “Zag je hoe mooi die hem opzoog en er meteen mee wegdraaide?”, klinkt het enthousiast. “Dat vind ik dus zo leuk aan dit spelletje. Je ziet de vis je aas echt pakken. Net als met korstvissen op karper – wat ik vroeger vaak deed – blijft dat toch iets magisch hebben.”

Een minuutje later glijdt de perfect in de bovenlip gehaakte winde in het net. “Kijk hoe groot de bek van zo’n winde is. Een karperhaak maat 8 of 10 is echt niet overdreven Volg de heen en weer driftende korsten, zodat je bij azende vis snel kunt inwerpen. Vouw een stukje broodkorst dubbel en prik deze op de haak. Of gebruik een baitband, zodat je vaker met hetzelfde korstje kunt werpen. Zulke windes aan de oppervlakte vangen, gaat niet snel vervelen! hoor. Neem ook altijd een klein onthaaktangetje mee. Soms slokken ze je korst zo in één keer naar binnen.”

VIStip: op winde met de drijvende broodkorst (video)

Voedselnijd

Terwijl Brian de winde aan de andere kant van de krib weer zijn vrijheid geeft, horen we aan het gesmak dat er op de voerplek voedselnijd is losgebarsten. Meerdere vissen ruimen in luttele seconden de resterende broodkorsten op. Haast met twee vingers in de neus vangt Brian nummer twee – een pokdalig exemplaar met grove kop en grote vinnen. Daarna wordt het stiller aan het wateroppervlak.

“Tijd om te verkassen naar de volgende krib. Gegarandeerd dat we er daar ook een paar op het brood krijgen”, klinkt het overtuigd. Ook op krib nummer twee komen al binnen een half uur twee dikke windes op de onthaakmat. Missie geslaagd! “En dan te bedenken dat deze visserij in mei en juni alleen nog maar beter wordt, als de avonden langer en warmer zijn. Dit is echt een leuke visserij voor na school of uit het werk. Want iedereen kan dit”, besluit Brian.
Divide

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons cookiebeleid.